Boon voor Onderwijs bracht literatuur dichter bij leerlingen uit 16 klassen
Hoe breng je hedendaagse literatuur dichter bij de leerlingen van het secundair onderwijs? Zestien Vlaamse en Brusselse scholen namen afgelopen schooljaar deel aan het pilootproject ‘Boon voor Onderwijs’. De leerlingen lazen samen een boek dat op de longlist van de Boon Literatuurprijs stond én ze ontvingen de auteur in de klas. “Iedereen, leerlingen én leerkrachten, is uit de comfortzone gekomen.”
September 2024. Zestien leerkrachten Nederlands, verspreid over Vlaanderen en Brussel én verbonden aan verschillende onderwijsverstrekkers, krijgen de vraag of ze zin hebben om met een klas 16- tot 19-jarigen deel te nemen aan het pilootproject ‘Boon voor Onderwijs.’ “We gingen gericht op zoek naar heel uiteenlopende doelgroepen,” vertelt Dirk Terryn van Het Lezerscollectief, die het project in opdracht van VZW Vlaamse Literatuurprijs coördineerde. “Niet alleen klassen doorstroomfinaliteit, maar ook een lerarenopleiding, een richting woordkunst en leerlingen arbeidsmarktfinaliteit konden deelnemen.”
Ben Helsen van de GO! Spectrumschool in Deurne tekende meteen in. “Ik vond het een goede gelegenheid om iets te doen rond recente literatuur in de klas. Al was ik ook voorzichtig. Voor mijn klassen dubbele finaliteit is lezen een opgave. Het is mijn taak om hen te laten zien dat lezen fijn kan zijn. Als ik hun iets aanbied, moet het een succeservaring zijn.”

Om ervoor te zorgen dat elke klas een geschikt boek kon vinden, mocht er gekozen worden uit de longlist van de Boon Literatuurprijs 2024. Naast de variëteit aan genres en thema’s die je zo krijgt, had dit nog een bijkomend voordeel.
Bij literaire prijzen gaat er vaak disproportioneel veel aandacht naar het winnende boek. Door met de longlist aan de slag te gaan kun je meer boeken valoriseren. Uiteindelijk gaat het toch om vijftien kwalitatief hoogstaande werken. - Dirk Terryn
Om te weten welke boeken op de longlist zouden belanden, was het wachten op de bekendmaking van de genomineerden eind november. De leerkrachten tekenden met andere woorden in zonder te weten uit welke boeken ze konden kiezen. “Daardoor was het ook voor de leerkrachten een echt leesavontuur,” weet Terryn. “Heel vaak vertrekt een leerkracht met veel voorkennis. Als je voor de zoveelste keer ‘Het dwaallicht’ van Willem Elsschot bespreekt, dan ken je dat boek door en door. Nu kwamen leerkrachten uit hun comfortzone. De leerlingen voelden dat. En dat maakte het spannend voor iedereen.”
Oudercontact
28 november 2024. De longlist van vijftien fictie- en non-fictietitels is bekend. Maar wat te kiezen? “Voor veel leerkrachten waren die boeken op dat moment onbekend,” zegt Terryn. “Ook voor gretige lezers is het toch eerder toevallig dat je op dat moment al een of twee boeken van die lijst hebt gelezen. En dat moet dan nog een boek zijn dat je leerlingen ligt.”
Om de leerkrachten te ondersteunen bij hun keuze riep Terryn ‘oudercontacten’ met de juryleden van de Boon Literatuurprijs in het leven. De juryleden kenden die vijftien boeken op dat moment door en door. In één-op-één videogesprekken konden zij de leerkrachten advies op maat geven. Daarbij was goed luisteren naar de behoeften van de leerkrachten cruciaal. Leerkrachten vertelden over hun specifieke klas, over hun leeservaring en waar de interesses lagen.
Leerkracht Ben Helsen kwam zo uit bij ‘De bondgenoten’ van Brecht Evens: “Tijdens het gesprek gaf ik aan dat mijn leerlingen vakken als opvoeding en psychologie hebben. Jurylid Silvie Moors kwam daarom met het voorstel voor ‘De bondgenoten’. De vader-zoonrelatie en mentale gezondheid zijn immers belangrijke thema’s in deze graphic novel.”
Leerkracht Inge Misschaert die deelnam met de leerlingen van 5ecmt en 5mtwe van KA Beveren koos voor ‘Oroppa’ van Safae el Khannoussi. “Ik heb geen seconde getwijfeld. In die klassen zitten veel leerlingen met een migratieachtergrond. Ik was blij met een verhaal en auteur waarmee er identificatiemogelijkheden waren.”

Eenmaal de keuzes waren gemaakt, betrok Dirk Terryn boekhandelaars en bibliotheken bij het project. De scholen kregen een budget om een aantal boeken aan te schaffen bij de lokale boekhandel, de rest kon bij de plaatselijke bibliotheek worden uitgeleend - die sloeg voor de gelegenheid extra exemplaren in. Die praktische ondersteuning was welkom.
Sommige leerkrachten en scholen hebben al een link met die plaatselijke literaire spelers, maar voor anderen was het een nieuw contact. Door boekhandelaars en bibliotheken te betrekken, hoop ik dat er een basis is gelegd voor toekomstige samenwerkingen. - Dirk Terryn
Samen Lezen
Januari 2025. Als echte cadeautjes en zeker in het geval van De bondgenoten met veel oohs en aahs voor de prachtige vormgeving, komen de boeken aan in de klas. Zes verschillende titels van de longlist werden uiteindelijk een of meerdere keren gekozen: een keer ‘Oroppa’ van Safae el Khannoussi en ‘Tosca’ van Maud Vanhauwaert, drie keer ‘De buitengewoon geslaagde opvoeding van Frida Wolf’ van Maria Kager en ‘Ossenkop’ van Manik Sarkar en vier keer ‘De bondgenoten’ van Brecht Evens en ‘Cassandra’ van Niña Weijers.
Hoe mooi de boeken er ook mogen uitzien, om ze te lezen is het enthousiasme bij veel leerlingen initieel minder groot. “We keken er tegen op om aan ‘Oroppa’ te beginnen,” zeggen Stig Michielsens, Luka Sels en Victor Pels van KA Beveren. “Zo’n literair boek lezen wij normaal gesproken nooit.” “Zo’n reactie houdt mij niet tegen,” reageert hun leerkracht, Inge Misschaert.
Je moet niet altijd de weg van de minste weerstand bewandelen. Soms moet je zelfs precies het omgekeerde doen. Niet vanuit dwang, maar met passie en authenticiteit. - Inge Misschaert
Om haar leerlingen te ondersteunen, hanteerde Misschaert net als verschillende van de andere deelnemende scholen de methodiek van het ‘samen lezen’: hardop een stuk tekst lezen en daar nadien over uitwisselen. “Ik heb vier van die sessies ingericht,” zegt Misschaert. “Zo had ik als leerkracht een goed zicht op waar mijn leerlingen tegenaan botsten en kon ik hen strategieën aanreiken waardoor ze beter konden omgaan met moeilijke passages.”
Bij de lerarenopleiding van Odisee Dilbeek richtte docent Nederlands en opleider binnen het Lezerscollectief, Silvie Vanoosthuyze, een gezellig Samen Lezen-moment in bij de opstart van het leesproject. “Ook veel van onze studenten, zelfs diegenen uit de richting Nederlands, lezen niet altijd veel en graag. Zo’n Samen Lezen-moment - met worstjes en salami, want ‘Ossenkop’ gaat over een slagerij - werkt enthousiasmerend. Ook uit de feedback van de studenten bleek dat het samen lezen van enkele hoofdstukken uit ‘Ossenkop’ en het uitwisselen daarover voor hen heel betekenisvol was.”
Eigen invulling
Een kant-en-klaar lespakket was er -behalve korte introductiefilmpjes met de auteurs- niet voorzien. Coördinator Dirk Terryn: “Met een van hogerhand ontwikkelde lesmap geef je het signaal aan leerkrachten dat ze zelf niet weten hoe ze met een boek aan de slag moeten gaan. Wij hebben leerkrachten in hun autonomie gelaten en lieten hen zelf bepalen hoe ze de lessen rond het boek zouden invullen. Tegelijk stelden we ons wel de vraag: wat kunnen wij doen om hen in hun autonomie te versterken? Het inrichten van de gesprekken met de juryleden sloot daar bij aan.”
Leerkrachten gingen dus zelf aan de slag om materiaal te ontwikkelen. Het Lezerscollectief faciliteerde een WhatsApp-groep en enkele online-samenkomsten. “Ik heb zelf zestien jaar in het onderwijs gestaan,” zegt Terryn. “Ik weet dat leerkrachten niet snel geneigd zijn om hun lesmateriaal te delen met collega’s. Hier gebeurde dat wel, en bovendien op een heel genereuze manier.”

Ik vond het uitwisselen van ervaringen met collega-leerkrachten een van de grootste troeven van het project. Plots kwam ik in een netwerk terecht waarin ik nieuwe perspectieven kreeg om literatuur bij mijn leerlingen te brengen, in het algemeen, maar ook voor ‘De bondgenoten’. Een collega-deelnemer, die hetzelfde boek las, kwam bijvoorbeeld met het idee om een psycholoog uit te nodigen in zijn klas om het over mentaal welzijn te hebben. Daar had ik zelf nooit aan gedacht, maar het sloot aan bij mijn visie op literatuur in de klas. Lezen is nooit een doel op zich. Het is een middel om een bredere kijk te krijgen op de wereld. - leerkracht Ben Helsen
Voor Silvie Vanoosthuyze van de lerarenopleiding was de flexibiliteit die het project bood, doorslaggevend om deel te nemen. “We boden het boek aan bij de studenten PAV, kunst en Nederlands. Met elke groep deden we iets anders, waarbij we inspeelden op meerdere leerdoelen. Zo hadden we het bij de studenten Nederlands over plofkippen en bij de studenten kunst over pop-art. In de richting PAV en Nederlands gingen de leerlingen aan de slag met een tweetal schrijfopdrachten.” Voor die laatste groep had het project nog een extra laag. “Omdat de studenten zagen hoe elke klas iets anders deed, leerden ze hoe je als leerkracht Nederlands of PAV op verschillende creatieve manieren met een boek aan de slag kunt. Ook de deelname aan een literair project an sich was voor hen belangrijk. Nu weten ze van het bestaan van ‘Boon voor Onderwijs’ af, weten ze hoe je een auteurslezing organiseert en zullen ze hopelijk later ook af en toe de vier muren van hun klas doorbreken en connectie maken met de literaire wereld.”
Auteursbezoek
Hoogtepunt voor veel leerlingen en leerkrachten was het auteursbezoek, vaak live in de klas, af en toe online als de verplaatsing voor de auteur niet haalbaar was. Brecht Evens woont bijvoorbeeld in Parijs, en ook sommige Nederlandse auteurs gingen voor die optie.
De format was telkens gelijkaardig. De leerlingen, die allemaal het boek hadden gelezen, stelden vragen die ze in de klas hadden voorbereid. “We noemden het heel bewust een auteursbezoek en geen auteurslezing,” zegt Terryn. “Het was echt de bedoeling om in gesprek te gaan met elkaar.”
Ik vond het alvast heel tof. De leerkracht leidde het gesprek in goede banen, de leerlingen stelden vragen en ik kon gewoon freestylen. Ik scherm mijn schrijf- en tekentijd doorgaans heel goed af - ik doe dit dus niet erg vaak - maar ik merk dat door erover te praten mijn ideeën helderder worden. - auteur Brecht Evens
Inge Misschaert kreeg Safae el Khannoussi in de klas, net nadat die de Boon Literatuurprijs én de Libris had gewonnen: “Voor de leerlingen was het feit dat ze ondanks alle media-aandacht en extra verplichtingen toch is gekomen een echte opsteker. ‘Komt die echt naar ons?’ zeiden ze vol ongeloof."
Natuurlijk ben ik gekomen. Er staat zoveel op het spel in zo’n klas. Je voelt dat aan de energie. Tijdens het bezoek zag ik plots mezelf daar zitten op de schoolbanken. Het middelbaar was zo’n bepalende periode voor mij. Toen heb ik de keuze gemaakt om schrijver te worden. In deze klas zat ook een meisje, Radiyah, met die droom. - auteur Safae el Khannoussi
Dat de leerlingen herkenning zochten, was ook te merken aan de vragen die El Khannoussi kreeg: of het lastig was om met een Marokkaanse achtergrond voor een Nederlandstalig publiek te schrijven en of ze tips heeft voor jonge schrijvers met een migratieverhaal om te schrijven over maatschappelijk gevoelige kwesties. De vragen verraden hoe de leerlingen zichzelf percipiëren en waar zij mee worstelen. Hoezeer ‘Oroppa’ resoneerde, bleek bovendien uit de bundel met eigen migratieverhalen die de leerlingen na afloop overhandigden aan de auteur. Misschaert: “Ze hebben zich echt blootgegeven in die teksten, omdat ze graag iets wilden terugdoen. Dat vond ik zelf magisch om te zien.”

Waar het voor El Khannoussi het allereerste schoolbezoek ooit was, doet Maud Vanhauwaert dit wel vaker. Toch was het auteursbezoek in het kader van het project ‘Boon voor Onderwijs’ anders dan anders. “Om te beginnen hadden alle leerlingen het boek gelezen. Dat is uitzonderlijk. Zo kun je in de diepte gaan zonder te spoilen. Ik had ook het gevoel dat de leerkracht dit goed had voorbereid met hen. De leerlingen waren niet aan hun lot overgelaten, ze hadden al over ‘Tosca’ gesproken in de klas. Ik kreeg zelfs een kaartje van elk van de leerlingen met een persoonlijke boodschap over hun leeservaring.”
De setting was bovendien gezellig: geen polyvalente zaal maar een lokaal met zeteltjes. En de groep was klein. “Soms kom ik voor een auteurslezing in grote aula’s waarin verschillende klassen samen zijn gezet. Met mijn podiumervaring kan ik mijn plan trekken in zo’n situatie, maar ideaal is dat niet. In een veilige context als deze durven leerlingen meer vragen te stellen en kun je echt verbinding maken.”
Ook Vanhauwaert merkt dat zo’n bezoek iets in beweging kan brengen, voor een klas, of een leerling:
Als buitenstaander lukt dat soms makkelijker dan als leerkracht. Misschien besluit iemand om nadien letterkunde te gaan studeren of zelf te schrijven. Maar ik ben er mij ook van bewust dat literatuur en poëzie niet voor iedereen zijn. Nog belangrijker vind ik het daarom om leerlingen aan te sporen om op zoek te gaan naar hun eigen passie. Tijdens zo’n schoolbezoek vertel ik vaak openhartig over de hindernissen in mijn parcours. Zo hoop ik hen duidelijk te maken dat een levenspad zich niet lineair voltrekt. De twijfels, bochten, verkeerde afslagen horen erbij. - auteur Maud Vanhauwaert
Wat Vanhauwaert zo krachtig vindt aan samen een boek lezen, is de omweg die je neemt om tot de essentie te komen. “Via de omweg van de literatuur is het gemakkelijker om het te hebben over de grote thema’s zoals de liefde, of de dood. En daar gaat het in wezen toch om.”

De prijs
Wat ‘Boon voor Onderwijs’ kenmerkte en versterkte, was de link met de Boon Literatuurprijs. Die zorgde voor extra cachet. Leerlingen zagen de genomineerde boeken liggen in de etalage van de boekhandel en namen een foto. Of ze vingen in de media al eens iets op over de prijs, iets waar ze anders misschien geen oren naar zouden hebben. Deelnemende leerkrachten (en leerlingen uit de buurt) konden bovendien de prijsuitreiking in Leuven bijwonen. Terryn: “Het project dompelde de deelnemers onder in de culturele wereld en het literaire bedrijf. Het gaf hen de kans om dichter bij de auteurs te komen dan gebruikelijk, om kennis te maken met de jury van zo’n prijs en om te zien hoe zo’n uitreiking eraan toegaat. Deze totaalbeleving hadden we nooit met een lesmap kunnen bereiken.”
Een magisch recept om iedereen aan het lezen te krijgen, dat is te ambitieus gesteld, maar dat het project ‘Boon voor Onderwijs’ bij velen voor een frisse dosis leesplezier en leesmotivatie heeft gezorgd, dat staat vast. De initieel sceptische leerlingen van KA Beveren formuleren het zo:

We hebben dit gekund. We hebben ‘Oroppa’ gelezen, iets wat we niet voor mogelijk hielden. Bij een volgend boek gaan we dat niet vergeten. We gaan dat kunnen.
Heb jij ook een hart voor literatuur en onderwijs?
Steun 'Boon voor Onderwijs' en breng literatuur opnieuw naar de klas.